Mensen achter het team: Rick Oosterlaar

12 januari 2022

Bij Team Reggeborgh zie je vaak de schaatsers in beeld. Maar de mensen achter de schermen zijn minstens zo belangrijk. Door het werk dat zij doen, kunnen de schaatsers zich volledig focussen op nog betere rondetijden. We nemen jullie de komende tijd mee in een serie interviews met de mensen achter Schaatsteam Reggeborgh. Deze keer is het de beurt aan Rick Oosterlaar, fysiotherapeut.

Wat doe je als fysiotherapeut bij een schaatsteam?

We werken vooral preventief. Rondom trainingen en wedstrijden zorgen we voor het mobiliseren van de gewrichten en massages. De belangrijkste gewrichten die je gebruikt tijdens schaatsen zijn je heupen, enkels en rug. Als je het schaatsen volgt, zie je dat de schaatsers erg diep zitten en ver voorovergebogen. Om dit te bereiken moet er dus voldoende beweeglijkheid in deze gewrichten worden gecreëerd. Maar we zijn niet alleen met behandelingen bezig.

Als we op trainingskamp zijn of in voorbereiding op wedstrijden in een hotel verblijven hebben we afstemming met de kok van het hotel over de eettijden en wat er op het menu staat. Ook zijn er altijd wel andere klussen die we samen oppakken. Denk aan het organiseren van gezondheidstesten, of het assisteren rondom de trainingen. Voor een optimaal resultaat moet alles goed op elkaar worden afgestemd. Ik werk nauw samen met Johan, de andere fysiotherapeut in het team. We overleggen veel over de belastbaarheid van de rijders en koppelen dit weer terug aan de trainers.

Hoe ben je bij het schaatsteam terecht gekomen?

Vier jaar geleden was er tijdens de World Cup in Salt Lake City geen fysiotherapeut beschikbaar om mee te gaan met het team. Ik ben toen meegevraagd en zo bij het team betrokken geraakt. De schaatssport was op dat moment niet onbekend voor mij, ik werkte al een tijdje in het marathonschaatsen.

Wat is je mooiste moment tot nu toe bij het team?

Het is natuurlijk erg gaaf wanneer schaatsers grote prijzen pakken. Maar ik heb nu ook al meerdere keren meegemaakt dat jonge schaatsers zich voor het eerst plaatsen voor de wereldbekers of de olympische spelen, dat soort momenten ontroeren me misschien nog wel het meest.  Als fysiotherapeut hoop je niet op blessures, maar als ze voorkomen, maak je samen met het team een goed plan. Vorig jaar hebben we Mathias intensief begeleid bij zijn liesblessure. Als ik dan nu zie dat hij zich geplaatst heeft en fit is voor de Spelen, ben ik trots op die teamprestatie.

Op welke bijzondere plekken ben je met het team geweest?

We komen natuurlijk op veel verschillende plekken op de wereld. Gemiddeld zijn we ruim 100 dagen van het jaar onderweg. Ik ben twee keer in Japan geweest, maar ook al in ‘vreemde’ landen als Kazachstan en Wit-Rusland. Calgary blijft voor mij ook een magische plek. Daar heb ik met een aantal van het begeleidingsteam na een wedstrijd ook al eens geskied na afloop van het seizoen. Dat was echt een unieke belevenis.

Vaak zie je niet veel, vooral het hotel en de ijsbaan. Maar als er tijd is ga ik graag even hardlopen. Mijn hardloopschoenen gaan in ieder geval altijd mee op reis, een fijne manier om even je zinnen te verzetten en toch nog wat te zien van de omgeving.

Sta je zelf ook wel eens op de schaatsen?

Als er natuurijs is gaat alles aan de kant en sta ik elke dag op het ijs, rondom Giethoorn bijvoorbeeld. Schitterend! Helaas is dat niet zo vaak het geval. Ik richt me dan ook meer op hardlopen. Toen de rijders bijvoorbeeld een rustdag op Mallorca hadden, trainde ik voor de marathon van Rotterdam. Ook houd ik van mountainbiken en wielrennen.

Je zorgt op trainingskampen ook voor afstemming met de kok. Wat staat er vaak op het menu?

Het klinkt misschien wat saai, maar juist voor topsporters moet de basis gewoon heel goed zijn. Koolhydraten, eiwitten, voldoende groente. Pasta heeft vaak de voorkeur. Het is dan ook niet gek dat trainingskampen naar Collalbo in Italië favoriet zijn he?

Wat vind jij belangrijk in de relatie met de schaatsers?

Als de schaatsers op de behandeltafel liggen, bespreken we veel zaken. Je bent toch ook een vertrouwenspersoon voor ze. Ik vind het vooral erg belangrijk dat de schaatsers vertrouwen krijgen in hun eigen lichaam. Ik geef ze dit mee, maar laat ze ook vooral zelf voelen dat het goed is. Net voordat ze op het ijs gaan ondersteun ik ze met de laatste dingen en spreek de laatste motiverende woorden. Het is mooi om zo dicht bij ze te staan en ze zo goed mogelijk te ondersteunen. Alleen zo kunnen ze het beste uit zichzelf halen.