Eten. Slapen. Trainen. Herhalen. 

Zo wordt het dagritme van topsporters regelmatig samengevat. Vaak in iets hippere, Engelse termen, soms in een andere volgorde. Maar dat dit de belangrijkste factoren zijn, staat vast. Ook hier in het olympische dorp in Beijing is dat niet anders. Hoe precies en op welk uur van de dag wordt elke avond via WhatApp gedeeld.  

Eten tussen Schotten

Eten gebeurt in de ‘dining hall’. Dat is de TeamNL flat uitlopen, dan rechtdoor. Niet struikelen over de massaal door vrijwilligers gebouwde sneeuwpoppen en sneeuwpanda’s. Tussen de andere flatgebouwen door slingeren en dan na een ontsmettingsritueel plaatsnemen tussen plastic ‘Schotten’. Of naast ijzige Noren. Je weet het nooit, er kan zelfs een ijsdanseres uit Rusland naast je komen zitten. Of je wordt omringd door het gemengde curlingteam uit Australië. Wel zit er dan altijd nog een plastic schot tussen. Hoe gezellig waarschijnlijk ook, de mannen van het bobsleeteam uit Jamaica zullen de zaal niet betreden. Zij zitten in het bergdorp en hebben daar vast hun eigen gemoedelijke eetzaal. 

Slapen met vertrouwd gesnurk

Het slapen gebeurt dan wel weer meer gescheiden. Gebouw twee is ingedeeld in verschillende appartementen die onder de verschillende teams zijn verdeeld. Gewoon het vertrouwde gesnurk van je teamgenoten dus. En geen last van een Tsjechische curlingspeler die zijn wedstrijd nog eens herbeleeft of het Canadese ijshockeyteam dat een overwinning viert.  

Samen trainen

Trainen doen we uiteraard in de geweldige ijshal, waar inmiddels vele olympische records zijn gesneuveld en zelfs een wereldrecord is gevestigd. Vaak zijn we met het hele team en de staf. Gefocust, maar ook met een lach. En misschien is dat wel het geheim. Samen zijn. Samen lachen. Juist wanneer je ver weg bent van je geliefden. Juist wanneer de spanning het hoogst is, help je elkaar er als teamgenoten door. 

Zodat je – als er die dag in blokletters WEDSTRIJD op het programma staat – er helemaal klaar voor bent.

Rick Oosterlaar is fysiotherapeut van Schaatsteam Reggeborgh. Speciaal voor ons houdt hij een dagboek bij van zijn belevenissen tijdens de Winterspelen in Beijing.

Direct na het verlaten van ons oranje vliegtuig wordt het duidelijk. We stappen een andere wereld binnen. Een wereld van witte pakken en elektronische systemen. Systemen die waarschijnlijk al meer weten van jou dan jij van jezelf.
Direct maar weer een stok in je neus. En eentje in je keel. Ik had dit keer het gevoel dat hij zo diep de neus in ging dat hij er via de keel weer uit kon.

Op elke bloembak een olympisch logo
Onze bussen worden over speciale olympische rijstroken gevoerd. Langs de route ademt alles ‘Beijng 2022’. Op elke bloembak, stoeptegel en lantaarnpaal vind je dit olympisch logo terug. Marcherende soldaten, de perkjes netjes aangeharkt. Vele vrijwilligers heten ons enthousiast zwaaiend welkom. Hoe zou het er een kilometer verderop uitzien? Zijn de mensen daar ook zo vrolijk en enthousiast?, vraag ik me af. Geen idee. Kom het ook nooit te weten. Dat is buiten onze gouden kooi. En die mogen we onder geen beding verlaten. ‘Big Brother is watching you.’ Op elke hoek een camera.

In het middelpunt van de wereld

Vrijdagavond is de openingsceremonie. Voor even zijn we het middelpunt van de wereld. Een bijzonder besef. Groter wordt het niet. Als één groot TeamNL met atleten en staf lopen we het grootse Bird’s Nest binnen. Daar waar Usain Bolt in 2008 geschiedenis schreef, lopen wij de 100 meter net iets minder snel. Maar met een even zo grote glimlach. Als die er nog is als de olympische vlam wordt gedoofd, dan hebben we het als Team Reggeborgh goed gedaan.

Trots op “onze” Ireen!
De eerste twee Nederlandse medailles zijn inmiddels behaald. Dit zien we als Team Reggeborgh vanaf de tribune. Last-minute edit: vandaag is het voor ons waanzinnig goed begonnen met een gouden plak voor Ireen!